Het merendeel van de vluchtelingen dezer dagen komt uit Syrië, Irak en Afghanistan. De Syriërs ontvluchten een oorlog die in 4,5 jaar meer dan 200.000 mensenlevens heeft geëist. Het conflict is een heus kluwen van verschillende strijdende partijen: het regime van president Bashar al-Assad (dat met zijn bommen de meeste burgerslachtoffers maakt), terreurgroep IS, de Koerden en verschillende andere rebellenbewegingen.
Enkele maanden geleden trok VRT-journalist Jens Franssen naar Ras al-Ayn, een stadje in het noordoosten van Syrië. Hij bezocht er Razzoel Ghasul, die er alleen met haar vader in een tentje leeft.
Een veel kleiner deel mensen waagt de tocht naar Europa. Zij gaan naar Turkije, waar mensensmokkelaars hen tegen betaling op een bootje naar Griekenland zetten. Enkele maanden geleden belde VRT-journalist Majd Khalifeh undercover naar zo’n smokkelaar.
De tocht op zee is niet zonder gevaar. Dit jaar zijn er tussen Turkije en Griekenland al meer dan honderd mensen omgekomen. Onder hen ook de 3-jarige peuter Aylan Kurdi, het Syrische jongetje dat dood aanspoelde. Zijn foto ging de wereld rond.
Het eerste contact met de Europese Unie vindt voor veel vluchtelingen plaats in Griekenland. Vooral op eilanden als Kos en Lesbos komen heel wat mensen aan. Zij moeten normaal daar asiel aanvragen. De Dublinverordening –een afspraak onder de Europese landen- bepaalt namelijk dat asielaanvragen afgehandeld moeten worden in het land waar asielzoekers het Europese territorium binnenkomen. Griekenland kan –zeker door de economische crisis in het land- de toevloed aan vluchtelingen niet aan.
De tocht van de vluchtelingen gaat voort via Macedonië. Nadat de politie de grens er lange tijd had dichtgehouden, laat het land nu toch vluchtelingen door. Met veel tumult op sommige momenten tot gevolg.
Eens Macedonië voorbij komen de vluchtelingen in Servië. Daar krijgen ze een document waarmee ze in drie dagen tijd Hongarije moeten zien te bereiken. Sommigen zijn ondertussen al tien maanden onderweg.
Hongarije kwam de afgelopen tijd vooral in het nieuws met de bouw van het gigantische hek van prikkeldraad langs de grens met Servië. Zo’n hek kan mensen op de vlucht echter niet tegenhouden, zo merkte “De afspraak”-reporter Lauwke Vandendriessche enkele weken geleden ter plaatse.
Eens de vluchtelingen het befaamde hek onder, over of rond zijn geraakt, wacht hen een land met een zeer wispelturig beleid als het op de vluchtelingencrisis aankomt. Zo werden de asielzoekers die de trein naar Duitsland wilden nemen een tijd lang geweerd in station Keleti in de hoofdstad Budapest. Toen er na enkele dagen toch een trein vertrok, strandde die uiteindelijk in het dorpje Bicske, zo'n 30 kilometer verderop. Wanhoop en argwaan tegenover de regering was het resultaat. Heel wat mensen beslisten dan ook om te voet van Boedapest naar de grens met Oostenrijk te trekken. Uiteindelijk werden er bussen ingezet om de mensen te vervoeren.
In Oostenrijk worden de vluchtelingen op een heel andere manier ontvangen. Onder meer Nickelsdorf, een klein dorpje in het land, ontving al duizenden vluchtelingen met open armen. Eind augustus kwam er wel dramatischer nieuws: 71 vluchtelingen werden dood teruggevonden in een koelwagen, nadat mensensmokkelaars hen aan hun lot overgelaten hadden.
Duitsland ontpopte zich de afgelopen weken en maanden als een van de meest gastvrije landen als het aankomt op vluchtelingenopvang. Voor heel wat asielzoekers is Duitsland het ultieme doel: een land waar ze opgevangen worden en waar ze een beter leven kunnen uitbouwen.